Soms is het imperfectie zo perfect. Zoals die keer dat ik met mijn vader in Rome was, vandaag precies zeven jaar geleden. Ik moest er ineens aan denken. Aan hoe we elke dag pasta’s carbonara en pizza’s margherita aten. Aan hoe de gloeiende julizon op onze hoofden scheen terwijl we door de smalle straatjes liepen, tussen de ruïnes van lang vervlogen tijden door en langs de malafide straatverkopers (‘do you need a ticket for the Colosseum?).
Ik moest denken aan hoe we ’s avonds met lome benen in onze Airbnb aankwamen en daar twee kamers aantroffen. Een kamer voor ons, met twee keurig opgemaakte bedden met blauwe sprei. En een kamer voor de Chinese eigenaar en zijn broer, die daarin sliepen, kookten, leefden en waar het ontbijt werd geserveerd.
Ik moest denken aan het klopje op de deur waardoor we wisten dat er een schaaltje vers fruit voor ons was neergezet. En aan de koude douche in de ochtend, gevolgd door een ontbijt van sla, spiegelei, cordon bleu en koekjes. Glaasje sinaasappelsap toe.
Als ik het zeven jaar na dato met mijn vader heb over die citytrip, dan hebben we het ook wel over het Vaticaan en Forum Romanum. Maar nog het meest over die cordon bleu en koekjes op het bed van de Airbnb-eigenaar. Heerlijk imperfect. (Al boeken we volgende keer gewoon een 5-sterren hotel.)